Terwijl atomen niet als entiteiten kunnen beschouwd worden, kunnen atoomburen wel als entiteiten beschouwd worden, ze zijn trouwens “rivaliserende entiteiten”. Als welgevormde haakuitdrukkingen kunnen ze immers gebruikt worden om een orthogonale basis te construeren van waaruit elk punt van het universum kan beschreven worden. De vorm die dit dan aanneemt is die van het algemeen creatief patroon. Een basis maakt het op zijn beurt mogelijk om telbare coëfficiënten in die basis te construeren. Eén atoom zal altijd twee atoomburen realiseren, noem deze B1 en B2. In de spontane evolutie van het onderscheidingen universum zal OFWEL de ene atoombuur OFWEL de andere atoombuur gerealiseerd worden omdat het monotoon pad dat gevolgd wordt op het niveau van de atoomburen slechts één punt kan hebben. De intensiteit van de basis kan dus ofwel aan de ene ofwel aan de andere toegewezen worden. Dit modelleert wat we competitie noemen of rivaliteit: indien een toestand beide atoomburen realiseert, en de atoombuur B1 een entiteit X realiseert, en indien de atoombuur B2 een entiteit Y realiseert, dan zal X die gerealiseerd wordt door B1 in competitie staan (exclusieve disjunctie) met entiteit Y die gerealiseerd wordt door toestand B2.
Competitie impliceert dus altijd dat er een onderscheidingen universum gedeeld wordt op atomair niveau.
Merk op dat competitie kan gedefinieerd worden voor twee entiteiten maar niet voor meerdere entiteiten, vanaf drie entiteiten zijn er altijd meerdere relaties te vinden zodanig dat competitiviteit zijn operationele betekenis verliest.