Als de ontwerpers en de betrokken stakeholders onbevooroordeeld waarnemen tijdens het testen leidt dit tot bijkomende informatie (want er zal altijd ook iets anders gebeuren dan wat verwacht werd en dat kan relevant zijn of niet). De werkelijkheid die zichzelf organiseert in de opgezette testomgeving kan het aantal relevante aspecten doen toenemen of doen afnemen. Er gebeurt naast X1 , X2 en X3 bijvoorbeeld enerzijds ook X4 zodanig dat de keuzevrijheid in een groter universum moet uitgedrukt worden, of anderzijds kan een verondersteld relevante specificatie achterwege gelaten worden omdat dit geen invloed heeft op wat er gebeurt, bijvoorbeeld of X1 nu gebeurt of niet heeft geen invloed op het gebeuren van de andere aspecten.
Voor de ontwerper betekent dat het onbevooroordeeld waarnemen bijkomende informatie oplevert en zo is hij terug in de informatiefase beland waarbij hij ervoor kiest om op een manier die ook relevant is in de geteste context de specificaties van de opdracht te divergeren en dan bijkomende acties te ondernemen.
Uiteindelijk moeten de vier focussen die de ontwerper zal innemen beschouwd worden als ingebed in elkaar. Om dit duidelijk te illustreren geven we hiervan een voorbeeld in de volgende tabel:
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|
Ontwerpen is de vaardigheid om snel te bewegen tussen vier verschillende houdingen in het dynamisch creëren van een nieuwe werkelijkheid. Deze vier houdingen zijn het resultaat van een binaire logica die als volgt op twee assen kan voorgesteld worden
Logische conjunctie (AND) |
Kiezen, durven |
Laten gebeuren, doen |
Divergeren, dromen |
Informeren, definiëren, durven dromen |
Exploreren, creëren, doen dromen |
Convergeren, denken |
Beslissen, realiseren, durven denken |
Testen, valideren, doen denken |
De nederlandse taal beschikt dan ook nog over een "d"-woord dat de lus terug sluit: door-(doen).
Deze eenvoudige voorstelling is rijk genoeg om een inzicht te krijgen in alle ontwerpprocessen, en in het haakformalisme wordt aangetoond dat hiervoor slechts één axioma noodzakelijk en voldoende is.
Enerzijds zijn ontwerpers niet bezig met het zoeken naar een waarheid die onafhankelijk zou kunnen zijn van de concreet ervaarbare en dus particuliere of contingente werkelijkheid. Anderzijds kunnen ze wel werkelijkheden creëren die door verschillende particuliere en contingente stakeholders kunnen herkend worden als de werkelijkheid die door hen bedoeld werd en dus gemeenschappelijk ervaarbare aspecten zal hebben, aspecten die dan voor hen als “waarheid” zouden kunnen gekenmerkt worden.
Ontwerpers hebben dus nood aan een wetenschap die hen bij deze zoektocht kan helpen. Het is geen wetenschap die op zoek gaat naar universeel geldende waarheid, maar naar de wetten die te vinden zijn in de mogelijke relaties tussen concreet ervaarbare aspecten en die in staat is op een coherente manier contextafhankelijke “waarheden” te voorspellen en die dus verschillende modellen die in verschillende contexten relevant zijn kan genereren.
De ambitie om daarmee te beginnen was de aanleiding om het haakformalisme te ontwikkelen.