Creatieve ontwerpers vinden dus zeer veel aspecten die relevant zouden kunnen zijn in de werkelijkheid van de stakeholder en ze zullen hierin een selectie moeten maken. Om actie te ondernemen is het maken van keuzen onvermijdelijk, en omdat dit zo onvermijdelijk is wordt er niet genoeg aandacht aan besteed om de keuze te verantwoorden. Het bewust kunnen opsplitsen van het kiezen en het laten blijken van wat gebeurt in de actie is een belangrijke vaardigheid van ontwerpers.

In de taal van het haakformalisme.

Het toevoegen van aspecten aan de werkelijkheid is relevant indien de werkelijkheid hierdoor verandert, wat betekent dat, als de werkelijkheid gebeurt ook die aspecten moeten gebeuren en niet alleen kunnen gebeuren.

De ontwerper moet ooit eens kiezen om de opgespannen werkelijkheid te reduceren naar zijn relevante aspecten in een bepaalde context, om dit te kunnen testen in die context. Het is altijd mogelijk om aspecten een naam te geven, het is altijd mogelijk om te veronderstellen dat er een keuzevrijheid zou kunnen bestaan tussen de verschillende namen. Het is altijd mogelijk te veronderstellen in een hypothetische werkelijkheid dat de volgende nevenschikking van drie aspecten X1X2X3 zou kunnen ervaren worden.

Ik ervaar altijd iets is in het haakformalisme <>. Als ik het symbool X1 gebruik om naar “dit iets” te refereren geldt in het ervaren zelf dat X1 niet kan onderscheiden worden van <>, formeel: <>↔X1. Veronderstel nu dat we de keuzevrijheid hebben tussen drie aspecten. De welgevormde haakuitdrukking hiervoor is X1X2X3. Inderdaad, als <>↔X1 geldt, dan geldt ook <>↔ X1X2X3 . Inderdaad vervang X1 in X1X2X3 door <> en je bekomt <>X2X3 die niet te onderscheiden is van <> (immers: elke mogelijke invulling van ofwel <> ofwel <<>> voor X2 en voor X3, zal altijd resulteren in <>, zie stelling 4). Dit geldt dan op dezelfde manier voor elk aspect dat ik kies, vandaar de naam “keuzevrijheid” voor de nevenschikking van aspecten. Dit is een uitdrukking die relevant is in een beperkt universum, maar waarvan niet zeker is of het universum wel op die manier kan beperkt worden.

Kiezen is onvermijdelijk aangezien minstens twee aspecten zich in het testen zelf als een logische exclusieve disjunctie zullen realiseren, wat betekent dat we niet alles tezelfdertijd kunnen realiseren. Na de keuze moet dus in werkelijkheid blijken of, en onder welke vorm, de veronderstelde beslissingsvrijheid wel bestaat.

Beslissen kunnen we slechts als we alternatieven hebben waartussen we kunnen kiezen. Beslissen is dus kiezen voor convergentie.