Wanneer we getallen en operaties met getallen onderzoeken, dan blijkt dat de machtsverheffing eigenschappen heeft die we op fundamenteel niveau onderbouwd hebben in het haakformalisme als het creatief product. Gelijk welk getal G kan voorgesteld worden als gn. Dus: kies een grondtal g verschillend van 0 of 1, dan is per definitie logg(G)=n dan en slechts dan wanneer G=gn. Dus G kunnen we ook altijd schrijven als G=(1±k)n (met 0<k<1) waarbij het grondgetal 0 en het grondtal 2 dan limietvormen zijn en dit maakt de dubbelgetal notatie duidelijk. Dit maakt ook duidelijk dat elk getal kan geschreven worden als G=gn=(1±k)log(1±k)(G). Hier is dus log(1±k)(G)=n en n is niet anders dan de laatst toegevoegde onderscheiding ℵ als een variabel getal dat niet ingebouwd wordt. We hebben inderdaad ook aangetoond dat ook getallen als eenheden kunnen gemodelleerd worden door het creatief product met een laatst toegevoegde onderscheiding ℵ die dan de exponent geeft van een getal. Dat getal wordt gemodelleerd als een product van priemgetallen op een niveau in de tralie die door enkel die priemgetallen opgespannen wordt. Enkel met een exponent kan gemodelleerd worden dat er geen nieuwe eenheid in de tralie geïntroduceerd wordt. We hebben daartoe twee mogelijkheden onderzocht: een tralie waar ℵ ingebouwd wordt en een tralie waarbij dit niet het geval is.

We nemen nu het patroon van een simultaneïteitsinterval waarmee we dynamiek onderzocht hebben: A=<y>⊕ℵ•x⊕ℵ•y als som van welgevormde haakuitdrukkingen. Als gevolg van de distributiviteit van som ten opzichte van het creatief product geldt ook dat A⊕y=(x⊕y⊗(<x>⊕<y>))=ℵ•(x⊕y). Dit is een vorm waarbij de ℵ niet ingebouwd wordt. Dit schrijven we nu als A⊕y=n•(x⊕y) en hierbij is (x⊕y) gelijk aan het getal g en gn is het creatief product. We veronderstellen nu dat (x⊕y) een dubbelgetal is met y als referentie (want de referentie y∼1 die zowel links als rechts van het gelijkheidsteken voorkomt, is niet anders dan <y>∼1/1), dus (x⊕y) is te schrijven als (±k+1) met referentie 1 en ±k de variabele x en A⊕y is te schrijven als ±A+1, met referentie 1 en de variabele ±A.

Die referentie, het getal 1 zal nu een speciale rol spelen.

We kunnen dynamiek illustreren door de opeenvolgende toestanden van een proces met constante k (met 0<k<1) in een tabel weer te geven. We illustreren hiermee dat (x-x0)(1±k)n ook kan geschreven worden als (x-x0)en.ln(1±k). We merken op dat (met 0<k<1) de waarde ln(1±k) positief is voor (1+k) en negatief is voor (1-k). Stel nu (1+k)=k’ en (1-k)=k’’. Het proces komt dus overeen met een vaste k’ voor een intensiteit die in de loop van de stappen n verandert als (x-x0)e+n.k’ voor positieve feedback en met een vaste k’’ als (x-x0)e-n.k’’ voor negatieve feedback. Hierbij is (x-x0) bij de start niet anders dan het getal 1, x niet anders dan bij elke stap variërende (1+ek'n) en de eenheid (x-x0) is niet anders dan de bij elke stap variërende ±1(1+ek'n)∓1 en die is niet anders dan ±ek'n en dus het resultaat van positieve feedback. Gelijkaardig is de eenheid (x-x0) niet anders dan ±1(1-e-k’’n)∓1 en die is niet anders dan ±e-k’’n en dus het resultaat van negatieve feedback.

In de tabel modelleren we nu enkel positieve feedback, negatieve feedback is gelijkaardig.

Stap

Positieve feedback

Positieve feedback met (x-x0)=1

Positieve feedback met het patroon ±1(1+ek'n)∓1

Positieve feedback met het patroon en.ln(1+k)

0

(x-x0)

1

1

1=e0.ln(1+k)

1

(x-x0)+k(x-x0)=(x-x0)(1+k)

1+k=1(1+k)1

1(1+e1k')-1=e1k'

e1.ln(1+k)

2

(x-x0)+k(x-x0)+k{(x-x0)+k(x-x0)}=(x-x0)(1+2k+k2)

1+k1+k(1+k)=1+2k+k2=(1+k)2

1(1+e2k')-1=e2k'

e2.ln(1+k)

3

(x-x0)+k(x-x0)+k{(x-x0)+k(x-x0)}+k{(x-x0)+k(x-x0)+k{(x-x0)+k(x-x0)}}=(x-x0)(1+3k+3k2+k3)

1+k1+k{1+k1}+k{1+k1+k{1+k1}}=1(1+3k+3k2+k3)=(1+k)3

1(1+e3k')-1=e3k'

e3.ln(1+k)

...

...

...

...

...

n

(x-x0)(1+k)n

(1+k)n

1(1+enk')-1=enk'

en.ln(1+k)

De tabel toont duidelijk aan dat enkel onder de voorwaarde om bij elke stap de eenheid te veranderen, de cumulatie overeenkomt met een exponent van e, het getal van Euler.