Stel dat we n punten kunnen ervaren. Bij n punten zijn er 2 tot de macht 2n mogelijke relaties of combinaties (hierin zit ook vervat dat we met elk punt de aandacht kunnen richten op iets anders dan dat punt). Stel dat in de tijd die relaties in verschillende volgorden kunnen voorkomen. Dat zijn dus 2 tot de macht 2n faculteit volgorden. Voor slechts 3 punten zijn dat dan 2 tot de macht 23 (dus 256) relaties en meer dan 10500 volgorden van relaties, veel meer dus dan het aantal elementaire deeltjes in het waarneembare heelal dat tussen de 1070 en 1080 geschat wordt, en het aantal nanoseconden sinds de big bang (4.1026). Het is dus duidelijk dat de werkelijkheid een bepaalde structuur moet bezitten willen we in staat zijn om er iets van te begrijpen en te benutten. Om deze structuur te ontrafelen zullen we het concept "simultaneïteit" invoeren.
In het taalgebruik tot nu toe betekent simultaneïteit een samenvallen in de tijd van gebeurtenissen. Simultaneïteit is met andere woorden de toestand waarbij dingen tezelfdertijd gebeuren. Sinds de speciale relativiteitstheorie weten we dat twee gebeurtenissen die simultaan zijn in een eerste referentiekader niet simultaan zijn in een referentiekader dat een beweging uitvoert relatief ten opzichte van het eerste referentiekader. Deze (relativistische) simultaneïteit lijkt ons een speciaal geval van (een meer structurele) simultaneïteit die in verband staat met keuzevrijheid. Dit zal ons in staat stellen de val van het ruimtetijd dualisme te ontlopen en ruimtetijd door een inzicht in de structuur van de werkelijkheid te vervangen, dat gerelateerd is tot keuzevrijheid.
We definiëren: twee punten p en q zijn simultaan ervaren, wanneer, met de keuze van een van beide, het andere punt eveneens gekozen wordt. Eén beslissing is in staat meerdere punten te introduceren. Dit betekent dat ik niet meer de keuzevrijheid heb tussen p en q, maar dat ik wel een keuzevrijheid heb tussen p en iets anders dan q (of tussen q en iets anders dan p), aangezien ik altijd iets ervaar en dus altijd een zekere keuzevrijheid heb.
We kunnen simultaneïteit dus formeel definiëren, en de ontstane structuur een plaats geven in de wiskunde als structuurwetenschap.
Voorbeelden (Merk op dat de simultaneïteiten in de voorbeelden die nu volgen zich ook in de relativistische zin voordoen).
Wanneer ik een groene banaan zie, zie ik ook simultaan een gekleurde banaan, en wanneer ik dit specifieke ding (banaan) zie, zie ik ook simultaan een banaan, ik heb niet meer de vrijheid om dat specifieke ding daar een aardbei (of een palindroom) te noemen, want ik heb het simultaan als een banaan herkend.
Wanneer ik een gat boor om er een as door te kunnen steken, zal ik simultaan de oppervlakte van de plaat veranderen en warmte genereren (ontwerpers vergeten dit soms...). Noteer dat ik de oppervlakte op verschillende manieren kan veranderen. Ook als ik krassen op een plaat maak dan zal ik simultaan de oppervlakte van de plaat veranderen.
Wanneer ik een schop met aarde erop beweeg, dan beweeg ik simultaan ook dat hoopje aarde, en simultaan beweeg ik ook een massa luchtmoleculen rond die schop. Ontwerpers liggen daar gewoonlijk niet wakker van maar wel wanneer ze een parachute moeten ontwerpen waarin de luchtstromingen door de gaten (!) simultaan de parachute stabiel maken en stuurbaar.
Een fles gebruiken we om op een gecontroleerde manier, simultaan, een gekend volume vloeistof te verplaatsen, en wanneer ik een toon speel op mijn cello speel ik simultaan een hele harmonie.
Als een ontwerper een exotisch materiaal specificeert, specificeert hij simultaan dat het wel eens niet beschikbaar zou kunnen zijn op het gewenste moment.
Het ervaren is iets anders dan het symbool dat ik zou kunnen gebruiken om het aan te duiden. Wordt ik later met dat symbool geconfronteerd, dan ervaar ik simultaan (denk aan het fameuze voorbeeld van de geur bij Proust). Omgekeerd is dit niet waar, voor een ervaren kan ik telkens een ander symbool gebruiken. Zo'n symbool is zeer krachtig en dit kan ik niet zomaar door een abstract teken vervangen. Wil ik bijvoorbeeld achteraf met zo'n teken het ervaren oproepen dan zal dat pas na heel wat oefening mogelijk zijn.
Fysisch kan ik niet op twee verschillende plaatsen tegelijk zijn. Toch kunnen op twee verschillende plaatsen gecoördineerde acties gebeuren: wij kunnen een aantal afspraken maken zodanig dat jij hier iets doet, en ik daar, en dat we simultaan het beoogde effect bereiken dat alleen niet haalbaar was. Wat ook ons (relativistisch) referentiekader is, deze afspraken zijn te maken, en de speciale relativiteitstheorie kan ons hierbij helpen.
Dit herkennen we overduidelijk in de complexe samenhangen van de samenleving. Indien machine A nu niet onderhouden wordt, is het ondenkbaar dat ik er straks gebruik van kan maken. Indien de trein nu niet vertrekt kan ik hem binnen een uur niet nemen. Hoe complexer de samenleving, hoe meer er simultaan kan gebeuren. In zo'n samenleving hebben we meer keuzemogelijkheden (die we al dan niet gebruiken).
Wanneer je iets doet kan dit met bedoeling A zijn. Hetzelfde kun je doen moet bedoeling B. In het eerste geval is A simultaan met wat je doet, in het tweede geval is B simultaan. Bijvoorbeeld: veel tactische zetten creëren simultaan verschillende mogelijkheden; zij hebben als karakteristiek dat er simultaan verschillende bedoelingen kunnen in gezien worden.
Een ander voorbeeld: ik beweeg mijn rechterhand naar beneden, simultaan draai ik mijn stuur met de klok meer, simultaan draait het wormwiel in de stuuroverbrenging, simultaan sla ik rechts af, simultaan rijd ik een parkeerterrein op, simultaan rijd ik de campus binnen. Wat gaat er fout als de stuuroverbrenging het begeeft, ik naast de oprit beland, en hoe kom ik dat te weten? Dat kan een hele tijd duren, misschien heb ik er zelfs geen interpretatie voor, wat moet ik zeggen aan de garagist?...
Noodzakelijke en voldoende voorwaarden kunnen we eveneens uitdrukken met simultaneïteit. Veronderstel een punt a en en punt b. Als de gebeurtenis a plaatsvindt als aan een bepaalde voorwaarde b is voldaan, dan is die voorwaarde voldoende om de gebeurtenis te laten plaatsvinden. We zeggen: "als b dan a". Wat ook het tijdsverloop is van het proces: wanneer b, dan a: a wordt simultaan met b beslist. Praktische betekenis hiervan: als we weten welke (onder andere technische) voorwaarden voldoende zijn om een gebeurtenis te laten plaatsvinden stelt dat ons in staat de gebeurtenis opzettelijk te veroorzaken: we hoeven slechts die éne beslissing te nemen om simultaan een andere beslissing "genomen te hebben". Voorbeeld: het samenbrengen (b) van zuurstof (z), ontvlambaar materiaal (m) en een temperatuur die hoog genoeg is (t) zijn voldoende voor branden a. Als een gebeurtenis a niet plaatsvindt (met andere woorden, er gebeurt iets anders dan a), tenzij aan een bepaalde voorwaarde is voldaan, dan is die voorwaarde noodzakelijk voor die gebeurtenis. Een voorwaarde b is noodzakelijk wil zeggen dat iets anders dan het doel a bereikt wordt, tenzij eraan is voldaan. We zeggen (op de klassiek manier): "geen a tenzij b". Dit betekent dat simultaan met het optreden van a ook b optreedt. Praktisch: als we weten wat noodzakelijk is om een gebeurtenis te laten plaatsvinden, beschikken we over een manier om te voorkomen dat dit gebeurt. Een test zou dus trachten de gebeurtenis a te laten plaatsvinden bij afwezigheid van de voorwaarde b.
Bij het ontwerp van een regenscherm heeft iemand moeten beslissen op welke manier het regenscherm geopend zal worden. Simultaan ging dan de mogelijkheid verloren om het anders te doen. Tezelfdertijd waren bepaalde materialen en productieprocessen nodig, en simultaan werd een beslissing genomen over de interacties die mensen zouden kunnen hebben met het regenscherm en de problemen die ze er later zouden mee kunnen hebben.
Dikwijls beslissen we voor iets om simultaan wat anders te bereiken.
Wanneer ik een wetenschappelijk experiment ontwerp dan beslis ik voor een zeker mechanisme om iets mogelijk te maken, maar simultaan zal ik andere dingen mogelijk maken. Die dingen die mogelijk worden, gewild of niet gewild, zijn belangrijk omdat ik juist dat experiment ontwerp om te onderzoeken wat mijn keuzemogelijkheden zijn.
Wanneer ik de keuzevrijheid pqr heb, dan ervaar ik die keuzevrijheid simultaan met het ervaren van p, of met het ervaren van q, of met het ervaren van r. Het ervaren van bijvoorbeeld q drukt simultaan uit wat ik mogelijkerwijze zou kunnen ervaren.