We definiëren: twee punten p en q zijn simultaan ervaren, wanneer de andere, met de keuze van een van beide, eveneens gekozen wordt. Eén beslissing is in staat meerdere punten te introduceren. Dit betekent dat ik niet meer de keuzevrijheid heb tussen p en q, maar dat ik wel een keuzevrijheid heb tussen p en iets anders dan q (of tussen q en iets anders dan p), aangezien ik altijd iets ervaar en dus een zekere keuzevrijheid heb.

Formeel: p<q> ↔ <> (of <p>q ↔ <>).

Controle: stel p<q> ↔ <> en q ↔ <>, hieruit volgt dat p<<>> ↔ <>, dus p ↔ <>. p is simultaan met q ervaren.

Noteer dat de relatie niet symmetrisch is: wanneer p simultaan is met q (p<q> ↔ <>), dan impliceert dit niet dat q simultaan is met p (<p>q ↔ <>).

Simultaneïteit geeft aanleiding tot een relatie die we "fijner dan" zullen noemen (of gezien van de andere kant: "ruimer dan"). Wanneer we de keuzevrijheid hebben tussen p en iets anders dan q (p<q> ↔ <>) dan is p fijner dan q, of dan is q ruimer dan p.

De relatie "fijner dan" is een binaire relatie: p<q> is het beeld van de originelen p en q.

Stelling: Wanneer ik p ervaar dan ervaar ik simultaan alle punten fijner dan p (punten x, met x<p> ↔ <>)

Bewijs: vervang p door <>, dan wordt x<p> ↔ <> vervangen door x<<>> ↔ <>, equivalent met x ↔ <> (omdat we <<>> wel of niet kunnen noteren), dus x is ervaren.

Gevolg: wanneer p ↔ <> (mijn beslissing mijn ervaring "p" te noemen), dan p<p> ↔ <>. Dit komt overeen met het feit dat er altijd geldt dat p<p> ↔ <>.