Waarnemen kan niet los gezien worden van resonantie.

Het kunnen kiezen van een aantal golven gebeurt spontaan bij agentia-in-context door samenspel van sensoren en actuatoren. Sensoren vangen golven op door mee te trillen en die trillingen moeten dan door het agens geïnterpreteerd worden. Een agens kan de resonantie regelen door met beschikbare actuatoren de eigenfrequentie van de sensoren aan te passen (“tuning” of afstemming) om zo tot een duidelijke scheiding te komen van de opbouwende onderscheidingen (de primitieve golven). Een voorbeeld van actuatoren zijn de kleine spiertjes die de eigenfrequentie van de haartjes op de basilaire membraan in het oor kunnen beïnvloeden, haartjes met verschillende lengtes en dus andere eigenfrequenties.

Dit gebeurt spontaan en onbewust en dit heeft het volgende voordeel: de afstemming wordt niet door ongewilde interpretatie vertekend. Een ongewilde interpretatie is een waarnemingsmodel (met gekozen eigenfrequenties) dat niet overeenkomt met de “tuning” die meest optimaal is (zelforganiserend). Kiest men eigenfrequenties (dwingt men de sensoren in die modus) dan ontstaat dissipatie van energie omdat de energie ergens naar toe moet als ze niet kan gebufferd worden door resonantie op de juiste frequentie.

Een van de meer spectaculaire voorbeelden van hoe waarnemingen opgebouwd worden door de hersenen zijn (auto)-stereogrammen. Op het eerste zicht is niets specifiek waar te nemen aan wat een willekeurige mengeling van dots lijkt te zijn. Kijk bijvoorbeeld naar deze dot-figuur en zijn verborgen letter T. De T is waar te nemen als men blind vertrouwen heeft in wat de hersenen spontaan zullen opbouwen als je je niet meer focusseert op de dots. Merk op bij sommige voorbeelden dat het een hele tijd duurt eer het beeld opgebouwd is.

De natuur kiest er blijkbaar voor om zo weinig mogelijk energie te spenderen in het dissiperen van zo veel mogelijk energie in levende buffers, energie die die buffers levend houdt (en dus robuust en adaptief). Zoals het ervaren van de visuele voorbeelden illustreert, ontstaan de onderscheidingen die de nieuwe entiteit opbouwen die de energie dissipeert spontaan en elke poging om die spontaneïteit te vermijden blokkeert het ontstaan van een nieuwe entiteit.