Om tijd op abstract niveau te kunnen meten, enkel gebaseerd op willekeurige processen, hebben we onze toevlucht genomen tot een wiskundige techniek die sinds het einde van de jaren zestig in de 20e eeuw bestudeerd wordt in de “max-algebra” of “(max, +)-algebra” die zijn toepassing krijgt in de technische wereld van productiesystemen enzovoort. In de literatuur geeft deze benadering ook aanleiding tot het ontstaan van nieuwe symbolen voor de betrokken operaties. Een zekere consensus is ontstaan rond het gebruik van de symbolen ⊗ om de klassieke som van twee getallen aan te geven en ⊕ om het maximum van twee getallen aan te geven. Deze laatste operatie is een interpretatie van het meer abstracte conjunctie versus disjunctie. Want eigenlijk is het niet nodig om telkens weer nieuwe symbolen te gebruiken die bepaalde vooronderstellingen van een jargon impliceren. Daardoor verdoezelen we het inzicht van meer abstracte verbanden. We kunnen dat altijd blijven doen, bijvoorbeeld: definieer nieuwe symbolen: a⋒b als min(a, b) en a⋓b als max(a, b). Dus -a⋒-b is min(-a, -b) en -a⋓-b is max(-a, -b). Dus -a⋒-b is -(a⋓b) en -a⋓-b is -(a⋒b). Dit is niet anders dan het patroon ab versus <<a><b>>, of ook a*b en <<a>*<b>>, of ook a∨b en a∧b, of ook a∨b en <<a>∨<b>>. Als a en b getallen zijn en elkaar dus uitsluiten geldt de gelijkheid van de vectorsom a⊕b=<<>>⊕a•b. Dit is ook weer een projector en ook geldt dat de klassieke som in de nieuwe notatie gelijk is aan a+b=a⋒b+a⋓b. We zien een dubbelgetal verschijnen en zo we willen kunnen we ook <<>>⊕a•b (de projector van een afgeleide naar een laatst toegevoegde onderscheiding) een ander symbool geven, bijvoorbeeld a⊚b enzovoort. Voor de eenheden van de operaties worden dan soms ook nieuwe symbolen gebruikt om mogelijke verwarring te vermijden. Voor de klassieke som is 0 de eenheid (en in de nieuwe notatie is 0⊗x∼x en 1⊗x∼1+x, wat verwarrend kan zijn) en voor de maximum operatie is -∞ de eenheid (en in de nieuwe notatie is -∞⊗-∞∼-∞ en -∞⊕x∼x, wat ook verwarrend kan zijn).
De Max-algebra wordt in de systeem dynamica toegepast (zie bijvoorbeeld het boek “Synchronization and Linearity. An Algebra for Discrete Event Systems” Baccelli et al. 1992) en we hebben ons hierdoor laten inspireren.