Elke golf is een “lokale vibratie”, een verandering die energie transformeert zonder dat er een netto massatransport bij betrokken is (elk punt trilt rond een lokaal evenwicht en wordt niet tussen lokaliteiten verplaatst). Processnelheid wordt met zekerheid waargenomen. Snelheid als schaalfactor van een ruimteafstand tot een tijdafstand is zeker terwijl ruimteafstand en tijdafstand onzeker zijn. De golfsnelheid v van de golf (meer in het algemeen de groep snelheid van de superpositie van golven) kwantificeert een mogelijk energietransport. De fase snelheid is gelijk aan (frequentie)*(golflengte) en heeft een empirisch vastgestelde maximale verhouding. Bijvoorbeeld de snelheid van een schokgolf is materiaal afhankelijk en ook: voor straling in vacuum geldt (frequentie)*(golflengte) = c de lichtsnelheid, ongeveer 3.108 meter/seconde. Deze verhouding is ook uit te drukken als de hoekfrequentie gedeeld door het golfgetal.
De kinetische en potentiële energiedensiteit is dezelfde in een golf en de totale energiedensiteit is er de som van en is proportioneel met het kwadraat van de amplitude van de golf. De golf wordt beschreven door de (-1)-bits en (+1)-bits, de amplitude is een factor die daar onafhankelijk van is en de lokale snelheid van de trilling kwantificeert.