Elke welgevormde haakuitdrukking kan uitgedrukt worden als een som van vectorproducten:

H=r•q⊕<r•p>⊕<s•p>⊕<s•q>

We zien hier een som in het gepaste patroon van de afgeleiden naar ℵ van de volgende vier mogelijke primitieven (r⊗q), (r⊗p), (s⊗p), (s⊗q).

Dus meer dan afgeleiden hebben we niet nodig om een tralie op te spannen.

Maar we hebben ook al bewezen dat diezelfde welgevormde haakuitdrukking kan geschreven worden als H=<<>>•(r•q⊕<r•p>)⊕r•s•(<r•p>⊕<r•q>) waarbij we r en s de interne of externe standpunten genoemd hebben. In deze uitdrukking verschijnen slechts drie vectorproducten: r•q, r•p en r•s met een gemeenschappelijke factor r en dus zijn er slechts de afgeleiden naar ℵ van drie mogelijke primitieven nodig en voldoende (r⊗q), (r⊗p), (r⊗s) en uiteindelijk dus slechts drie welgevormde haakuitdrukkingen p, q en s.

Uiteindelijk zijn slechts twee onderscheidingen nodig en voldoende om een tralie in zijn meest primitieve vorm op te spannen.

De afgeleide van een atoom naar een component van het creatief product

We noteren eerst het atoom als creatief product

(x⊗y)y=<x>⊕<y>⊕<x>•y⊕y•y=<x>⊕<y>⊕<x•y>⊕<<>>∼xy

(x⊗y)<y>=<x>⊕<y>⊕<x>•<y>⊕y•<y>=<x>⊕<y>⊕x•y⊕<>∼<<x><y>>

In beide gevallen is de afgeleide x•y.

Als x en y elkaar uitsluiten dan is (x⊗y)y=x•y∼xy. De afgeleide naar y van x•y is dan x•y.

De afgeleide naar een waarde van een creatief product

We leiden dat af van de berekening van de afgeleide van een atoom en vinden:

(x⊗<>)<>=<x>⊕<<>>⊕<x>•<>⊕<>•<>=<x>⊕<<>>⊕<x•<>>⊕<<>>∼x<>∼<>

Dus de afgeleide van <> naar <> is <x> en dit wordt bepaald door de component zonder waarde van het creatief product, inderdaad:

(x⊗y)<>=<x>⊕<y>⊕<x>•<>⊕y•<>=<x>⊕<y>⊕x⊕<y>∼y

Dus de afgeleide van y naar <> is x•y

De afgeleide van een welgevormde haakuitdrukking naar zichzelf

We noteren eerst de welgevormde haakuitdrukking als creatief product

(<<>>⊗x)x=<>⊕<x>⊕<>•x⊕x•x=<>⊕<x>⊕<x>⊕<<>>∼x

De afgeleide van x naar x is dus niet anders dan x.

Wanneer we nu x interpreteren als de intensiteit van de eenheid <<>>, dan herkennen we deze afgeleide als een eigenschap van de exponentiële getaleenheid e met zijn intensiteit x, genoteerd als ex. Inderdaad: de afgeleide naar x van ex is ex.

De afgeleide van een onderscheiding naar een andere onderscheiding

Onderscheidingen bevinden zich in elke tralie op centraal niveau. In een twee onderscheidingen universum (opgespannen door x en y) zijn dat x, y en x•y.

Er geldt dat y=(x⊗y)x•y=<x>⊕<y>⊕<x>•x•y⊕y•x•y=<x>⊕<y>⊕<y>⊕x=y

(x⊗y)<x•y>=<x>⊕<y>⊕<x>•<x•y>⊕y•<x•y>=<x>⊕y⊕<y>⊕<x>=x

Dus de afgeleide van y naar x•y is gelijk aan de afgeleide van x naar <x•y> en is dus x•y.

We hebben al berekend dat (x⊗y)y=x•y enkel als x en y elkaar uitsluiten.

Noteer:

x•y is niet verschillend van de conjunctie en tevens niet verschillend van de disjunctie als x en y dezelfde waarde hebben, namelijk <<>>. Dit is dus de veronderstelling die aan de basis ligt van het rekenen met reële getallen en afgeleiden van functies van getallen.

x

y

x•y

<>⊕<x>⊕<y>⊕x•y

<<>>⊕<x>⊕<y>⊕<x•y>

<>

<>

<<>>

<>

<>

<>

<<>>

<>

<<>>

<>

<<>>

<>

<>

<<>>

<>

<<>>

<<>>

<<>>

<<>>

<<>>

De afgeleide van een onderscheiding naar de projector van een onderscheiding

Er geldt dat x=(x⊗y)<>⊕x•y=<x>⊕<y>⊕<x>•(<>⊕x•y)⊕y•(<>⊕x•y)=<x>⊕<y>⊕x⊕<y>⊕<y>⊕x=x

Dus de afgeleide van x naar <>⊕x•y is x•y.

Ook hier zal de inbedding zijn rol vervullen om één van beide eenheden te selecteren.