De projector van een AND-atoom in twee onderscheidingen is altijd uit te drukken als het product van een verschil uit de eerste generatie en een verschil uit de tweede generatie. Op die manier kan elke bit van het bitstring model een eigen intensiteit krijgen en die intensiteit zou kunnen verklaard worden door een structuur in een universum met meer onderscheidingen, onderscheidingen die niet uitgedrukt kunnen worden in de twee onderscheidingen die het AND-atoom uitdrukken.

We zullen nu aantonen dat die intensiteit deze is van een tweede generatie verschil.

We beschouwen een willekeurige welgevormde haakuitdrukking als toestand. Deze is altijd voor te stellen in het patroon c•(<>⊕p•q⊕r•s⊕p•q•r•s), waarbij we het AND-atoom in twee onderscheidingen p•q en r•s expliciteren. De projector van dit AND-atoom is <<>>⊕p•q⊕r•s⊕p•q•r•s en dit is het vectorproduct (<p•q>⊕<p•q•r•s>)•(p•q⊕<r•s>⊕p•q•r•s). De eerste term is een verschil uit de eerste generatie, de tweede term is een verschil uit de tweede generatie.

Dit vectorproduct beschouwen we nu als de afgeleide naar a van het creatief product ((<p•q>⊕<p•q•r•s>)⊗(p•q⊕<r•s>⊕p•q•r•s))a. Hierin is a een toegevoegde onderscheiding.

We berekenen nu dit creatief product:

((<p•q>⊕<p•q•r•s>)⊗(p•q⊕<r•s>⊕p•q•r•s))a=

(p•q⊕p•q•r•s)⊕(<p•q>⊕r•s⊕<p•q•r•s>)⊕(p•q⊕p•q•r•s)•a⊕(p•q⊕<r•s>⊕p•q•r•s)•a=

r•s⊕(<p•q>⊕<r•s>⊕<p•q•r•s>)•a

Hierin is duidelijk dat a de intensiteit is van (<p•q>⊕<r•s>⊕<p•q•r•s>) en dit is een ander tweede generatieverschil dan dit uit het product (<p•q>⊕<p•q•r•s>)•(p•q⊕<r•s>⊕p•q•r•s). (<p•q>⊕<r•s>⊕<p•q•r•s>) is de inbedding van het projectordeel van het AND-atoom waarvan we vertrokken, namelijk (<>⊕p•q⊕r•s⊕p•q•r•s).

(<p•q>⊕<r•s>⊕<p•q•r•s>)•a is niet anders dan de intensiteit van de som van drie projectoren (<>⊕<p•q>⊕<>⊕<r•s>⊕<>⊕<p•q•r•s>)•a.