We zullen nu tabellen bouwen met conjunctie en disjunctie en we gebruiken daarvoor het symbool dat we introduceerden met meet en join. Met behulp van de overeenkomstige welgevormde haakuitdrukking is het gemakkelijk de distributiviteit te bewijzen van beide operaties.
∨ |
c |
d |
a |
a∨c∼ac |
a∨d∼ad |
b |
b∨c∼bc |
b∨d∼bd |
We bewijzen nu dat de conjunctie van de vier cellen niet anders is dan de disjunctie van de conjunctie van de rij-symbolen en kolom-symbolen.
We bewijzen dus dat <<a><b>><<c><d>> een ander patroon is voor <<ac><ad><bc><bd>>, beide kunnen niet onderscheiden worden.
<<a><b>><<c><d>>
<<<<a><b>>c><<<a><b>>d>>
<<<<ac><bc>>><<<ad><bd>>>>
<<ac><bc><ad><bd>>
QED
Er geldt ook dat de conjunctie van de cellen van een rij (kolom) de disjunctie is van de rijkop (kolomkop) en de conjunctie van de kolomkoppen (rijkoppen).
We bewijzen de eerste uitspraak, de tweede is volledig analoog.
<<ac><ad>>
a<<c><d>>
QED
Hetzelfde kunnen we doen voor de conjunctie.
∧ |
c |
d |
a |
a∧c∼<<a><c>> |
a∧d∼<<a><d>> |
b |
b∧c∼<<b><c>> |
b∧d∼<<b><d>> |
We bewijzen nu dat de disjunctie van de vier cellen niet anders is dan de conjunctie van de disjunctie van de rij-symbolen en kolom-symbolen.
We bewijzen dus dat <<ab><cd>> een ander patroon is voor <<a><c>><<a><d>><<b><c>><<b><d>>, beide kunnen niet onderscheiden worden.
<<a><c>><<a><d>><<b><c>><<b><d>>
<<<<a><c>><<a><d>>>><<<<b><c>><<b><d>>>>
<<a><<<c>><<d>>>><<b><<<c>><<d>>>>
<<a><cd>><<b><cd>>
<<<<a><cd>><<b><cd>>>>
<<<<a>><<b>>><cd>>
<<ab><cd>>
QED
Er geldt ook dat de disjunctie van de cellen van een rij (kolom) de conjunctie is van de rijkop (kolomkop) en de disjunctie van de kolomkoppen (rijkoppen).
We bewijzen de eerste uitspraak, de tweede is volledig analoog.
<<a><c>><<a><d>>
<<<<a><c>><<a><d>>>>
<<a><<<c>><<d>>>>
<<a><cd>>
QED
Tabellen zijn een praktisch instrument om de relaties tussen twee onderscheiden universa weer te geven. We hebben de mogelijkheid om zowel de disjunctie (join, OR) als de conjunctie (meet, AND) van een aspect uit het ene en een aspect uit het andere universum te onderzoeken en die relaties doen zich dus voor in een gemeenschappelijk universum (dat misschien slechts momentaan opgespannen kan worden). We hebben hier het voorbeeld gegeven van een universum met onderscheidingen a en b versus een universum met onderscheidingen c en d. Het is duidelijk dat de constructie niet beperkt wordt door het aantal onderscheidingen. Men kan altijd een van beide universa als referentie gebruiken (typisch het universum met de meeste onderscheidingen) en onderzoeken of in een ander universum hetzelfde kan ervaren worden of nieuwe ervaringen mogelijk worden (wat onmogelijk is in het ene universum kan mogelijk zijn in een ander universum).