We poneren een welgevormde uitdrukking die de karakteristieken vertoont die verwacht worden voor een begrip als “verschilverzameling”.

Verschilverzameling

Wanneer we uitdrukken dat bj een deelverzameling is van ai, dus ai<bj> geldt (dus: als bj ervaren is dan moet ai ervaren zijn), dan kunnen we de verschilverzameling van bj ten opzichte van ai uitdrukken met <<ai>bj>, waarbij duidelijk is dat hieraan voldaan is met minstens een ai ↔ <> en alle bj ↔ <<>> (als ai ervaren is dan moet bj gebeuren).

We bewijzen nu twee eigenschappen van de verschilverzameling:

  1. Een punt van de verschilverzameling <<ai>bj> is element van de superverzameling ai. Dus een punt x waarvoor geldt dat <x><<ai>bj>, daarvoor geldt ook dat <x>ai.

  2. Een punt van de verschilverzameling <<ai>bj> sluit elk punt van de deelverzameling bj uit. Dus een punt x waarvoor geldt dat <x><<ai>bj>, en een punt y waarvoor geldt dat <y>bj, daarvoor geldt dat hun conjunctie altijd de waarde <<>> heeft (dus dat <<x><y>>↔ <<>>).

Bewijs van de eerste eigenschap: we tonen aan dat de implicatie van <x><<ai>bj> en <x>ai altijd de waarde <> heeft.

<<x><<ai>bj>><x>ai

<<<ai>bj>><x>ai

<ai>bj<x>ai

<>

QED

Bewijs van de tweede eigenschap

Neem x waarvoor <x><<ai>bj> geldt, dan is x niet te onderscheiden van xAND<<ai>bj> of dus in welgevormde haakuitdrukking: <<x><ai>bj>

Neem y waarvoor <y>bj geldt, dan is ook y niet te onderscheiden van yANDbj of dus in welgevormde haakuitdrukking <<y><bj>>

In de uitdrukking <<x><y>> waarvan we de waarde willen bepalen voeren we nu de volgende transformaties uit: x↔<<x><ai>bj> en y↔<<y><bj>>

Dus is <<x><y>> gelijk aan <<<<x><ai>bj>><<<y><bj>>>>

<<x><ai>bj<y><bj>>

<<x><ai><y><>>

<<>>

QED

Besluit

Terwijl het begrip “verzameling” (of “element van”) geen bijkomende veronderstelling vereist om gemodelleerd te kunnen worden in het haakformalisme, omdat het de relatie beschrijft van één punt ten opzichte van een geheel, stelt het begrip “deelverzameling” wel bijkomende eisen om gemodelleerd te kunnen worden, namelijk: slechts wanneer het supremum van verzameling ai (en dus één punt) fijner is dan het infimum van verzameling bj dan kunnen we zeggen dat verzameling bj een deelverzameling is van ai. Die zelfde veronderstelling ligt dus aan de basis van het definiëren van een verschilverzameling: wanneer bj een deelverzameling is van ai, dan kunnen we de verschilverzameling van bj ten opzichte van ai uitdrukken met <<ai>bj>. Deze verschilverzameling is dus één supremum dat het infimum van bj uitsluit, simultaan het supremum van ai uitsluit (als we een supremum zouden willen veronderstellen, ontdekken, creëren, ...), maar niet het infimum van ai uitsluit want de verschilverzameling <<ai>bj> impliceert dit infimum. De verschilverzameling <<ai>bj> kan dus gezien worden als een supremum dat moet gecreëerd worden.

Deze voorwaarde leidt er toe om een nieuw begrip te definiëren: ai<bj> en <<ai>bj> zijn elkaars pseudoduaal. Een pseudoduaal kan klassiek gezien als een verschilverzameling geïnterpreteerd worden, als een soort complement dat twee verzamelingen sluit voor wat betreft de conjunctie van hun elementen. Punten die elkaars pseudoduaal zijn, zijn elkaars infimum en supremum.

Bewijs:

Er geldt dat ai<bj> AND <<ai>bj>, dus <<ai<bj>><ai>bj> niet kan onderscheiden worden van <<ai>bj>, dit is dus een supremum.

Er geldt dat ai<bj> OR <<ai>bj>, dus ai<bj><<ai>bj> niet kan onderscheiden worden van ai<bj>, dit is dus een infimum.

QED