Wanneer je je aandacht op iets richt ga je het onderscheiden. Je gaat een verschil kunnen maken tussen dit iets en iets anders. Het is dan de vraag of wat jij kan onderscheiden ook door iemand anders kan onderscheiden worden. Hoe moet je met een blinde praten over kleur?
Wil een onderscheid gecommuniceerd worden dan staat daar tegenover minimaal een spoor waarnaar kan verwezen worden. We noemen dat minimale spoor een nominale definitie. Nominale definities betekenen wat degene die definieert zegt dat zij betekenen, zij hoeven niet gerelateerd te zijn tot de ervaringswereld. Nominale definities moeten niet blijken, zij zorgen voor nieuwe gezichtspunten. Zo is men bijvoorbeeld vanaf de jaren 80 van voorbije eeuw gaan spreken van “mobiliteit” waarbij onbedoeld een algemeen begrip een meer specifieke betekenis kreeg verwijzend naar de mogelijkheden van mensen om zich met behulp van een voertuig te verplaatsen.
Nominale definities hebben de volgende voordelen:
De voordelen van het gebruik van een willekeurig woord.
Nieuwe termen introduceren in systematisch onderzoek.
Vereenvoudiging van complexe inzichten.
Vermijden van connotaties die bestaan met in het gewone taalgebruik beschikbare begrippen
Het benoemen van emergente eigenschappen.
Nominale definities hebben echter ook nadelen:
Communicatie wordt enkel voor insiders
Door outsiders worden toch connotaties gelegd die helemaal niet bedoeld zijn.
Hiertegenover staan wat we operationele definities zullen noemen. Operationele definities hebben betrekking op gebeurtenissen die waar te nemen zijn door de betrokkene in een reële context, met de zelforganiserende kracht van de ervaring. Operationele definities kunnen dus in termen van ervaring worden geformuleerd en aangevochten. Operationele definities zijn reëel omdat ze geoperationaliseerd zijn en hierdoor gereproduceerd kunnen worden.